vertalen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vertaal | vertaalde | heb vertaald |
jij, je, u | vertaalt | vertaalde | hebt vertaald |
hij, zij, het | vertaalt | vertaalde | heeft vertaald |
wij | vertalen | vertaalden | hebben vertaald |
jullie | vertalen | vertaalden | hebben vertaald |
zij, ze | vertalen | vertaalden | hebben vertaald |
PresensBeta
Example presens sentences for Vertalen with some of the pronouns.
- Ik vertaal de tekst naar het Engels.
- Jij vertaalt de brief naar het Spaans.
- Hij/zij vertaalt het boek naar het Frans.
- Wij vertalen de documenten naar het Duits.
- Zij vertalen de website naar het Italiaans.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vertalen with some of the pronouns.
- Ik vertaalde de tekst naar het Engels.
- Jij vertaalde de brief naar het Spaans.
- Hij/zij vertaalde het boek naar het Frans.
- Wij vertaalden de documenten naar het Duits.
- Zij vertaalden de website naar het Italiaans.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vertalen with some of the pronouns.
- Ik heb de tekst naar het Engels vertaald.
- Jij hebt de brief naar het Spaans vertaald.
- Hij/zij heeft het boek naar het Frans vertaald.
- Wij hebben de documenten naar het Duits vertaald.
- Zij hebben de website naar het Italiaans vertaald.