vervatten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vervat | vervatte | heb vervat |
jij, je, u | vervat | vervatte | hebt vervat |
hij, zij, het | vervat | vervatte | heeft vervat |
wij | vervatten | vervatten | hebben vervat |
jullie | vervatten | vervatten | hebben vervat |
zij, ze | vervatten | vervatten | hebben vervat |
PresensBeta
Example presens sentences for Vervatten with some of the pronouns.
- Ik vat de situatie samen.
- Jij vat het boek verkeerd op.
- Hij vat de essentie niet.
- Wij vatten de argumenten goed samen.
- Zij vatten de instructies snel op.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vervatten with some of the pronouns.
- Ik vatte de betekenis niet.
- Jij vatte de uitleg verkeerd op.
- Hij vatte de hint niet.
- Wij vatten de context niet helemaal.
- Zij vatten de boodschap langzaam op.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vervatten with some of the pronouns.
- Ik heb de informatie samengevat.
- Jij hebt het probleem verkeerd opgevat.
- Hij heeft de boodschap niet goed begrepen.
- Wij hebben de tekst bondig samengevat.
- Zij hebben de opdracht snel opgevat.