vervloeien

Conjugations List of Vervloeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvervloeivervloeideben vervloeid
jij, je, uvervloeitvervloeidebent vervloeid
hij, zij, hetvervloeitvervloeideis vervloeid
wijvervloeienvervloeidenzijn vervloeid
jullievervloeienvervloeidenzijn vervloeid
zij, zevervloeienvervloeidenzijn vervloeid

Presens
Beta

Example presens sentences for Vervloeien with some of the pronouns.

  • Ik vloeit vervloeiend in de menigte.
  • Jij vloeit vervloeiend in het landschap.
  • Hij/Zij/Het vloeit vervloeiend met de muziek mee.
  • Wij vloeien vervloeiend samen tot een geheel.
  • Jullie vloeien vervloeiend door de straten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vervloeien with some of the pronouns.

  • Ik vloeide vervloeiend in de menigte.
  • Jij vloeide vervloeiend in het landschap.
  • Hij/Zij/Het vloeide vervloeiend met de muziek mee.
  • Wij vloeiden vervloeiend samen tot een geheel.
  • Jullie vloeiden vervloeiend door de straten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vervloeien with some of the pronouns.

  • Ik ben vervloeid met de omgeving.
  • Jij bent vervloeid met de tijd.
  • Hij/Zij/Het is vervloeid met de kunst.
  • Wij zijn vervloeid met de natuur.
  • Jullie zijn vervloeid met de ervaring.