percuteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | percuteer | percuteerde | heb gepercuteerd |
jij, je, u | percuteert | percuteerde | hebt gepercuteerd |
hij, zij, het | percuteert | percuteerde | heeft gepercuteerd |
wij | percuteren | percuteerden | hebben gepercuteerd |
jullie | percuteren | percuteerden | hebben gepercuteerd |
zij, ze | percuteren | percuteerden | hebben gepercuteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Percuteren with some of the pronouns.
- Ik percuteer de patiënt om zijn reflexen te testen.
- Jij percuteren regelmatig op het drumstel in je vrije tijd.
- Hij/zij percuteert met veel precisie op de xylofoon.
- Wij percuteeren samen in een percussion ensemble.
- Zij percuteren op het ritme van de muziek tijdens het dansen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Percuteren with some of the pronouns.
- Vroeger percuteerde ik graag op blikken en potten.
- Jij percuteren vaak met passie en enthousiasme.
- Hij/zij percuteren als een professional sinds zijn/haar tienerjaren.
- Wij percuteren altijd op de verjaardagen van onze vrienden.
- Zij percuteren vroeger spontaan op straat voorbijgangers aan het lachen te maken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Percuteren with some of the pronouns.
- Ik heb de patiënt eerder vandaag gepercuteerd.
- Jij hebt al meerdere keren op dat drumstel gepercuterd.
- Hij/zij heeft de xylofoon met virtuositeit gepercuterd.
- Wij hebben samen vele malen in verschillende ensembles gepercuterd.
- Zij hebben wild en energiek op het ritme van de muziek gepercuterd tijdens het feest.