rappen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | rap | rapte | heb gerapt |
jij, je, u | rapt | rapte | hebt gerapt |
hij, zij, het | rapt | rapte | heeft gerapt |
wij | rappen | rapten | hebben gerapt |
jullie | rappen | rapten | hebben gerapt |
zij, ze | rappen | rapten | hebben gerapt |
PresensBeta
Example presens sentences for Rappen with some of the pronouns.
- Ik rap elke dag in mijn vrije tijd.
- Jij rapt snel en met veel energie.
- Hij/zij/ze rapt graag op feestjes.
- Wij rappen samen in een band.
- Jullie rappen vaak over maatschappelijke thema's.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rappen with some of the pronouns.
- Vroeger rapte ik op straat met mijn vrienden.
- Jij rapte langzaam toen je begon.
- Hij/zij/ze rapte altijd met passie.
- Wij rapten samen op schoolfeesten.
- Jullie rapten vroeger in kleine clubs.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rappen with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren gerapt op het podium.
- Jij hebt al veel nummers gerapt.
- Hij/zij/ze heeft een rapwedstrijd gewonnen.
- Wij hebben samen een rapalbum gemaakt.
- Jullie hebben altijd goed gerapt in de studio.