verwetenschappelijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verwetenschappelijk | verwetenschappelijkte | heb verwetenschappelijkt |
jij, je, u | verwetenschappelijkt | verwetenschappelijkte | hebt verwetenschappelijkt |
hij, zij, het | verwetenschappelijkt | verwetenschappelijkte | heeft verwetenschappelijkt |
wij | verwetenschappelijken | verwetenschappelijkten | hebben verwetenschappelijkt |
jullie | verwetenschappelijken | verwetenschappelijkten | hebben verwetenschappelijkt |
zij, ze | verwetenschappelijken | verwetenschappelijkten | hebben verwetenschappelijkt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verwetenschappelijken with some of the pronouns.
- Ik verwetenschappelijk.
- Jij verwetenschappelijkt.
- Hij/Zij/Het verwetenschappelijkt.
- Wij verwetenschappelijken.
- Jullie verwetenschappelijken.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verwetenschappelijken with some of the pronouns.
- Ik verwetenschappelijkte.
- Jij verwetenschappelijkte.
- Hij/Zij/Het verwetenschappelijkte.
- Wij verwetenschappelijkten.
- Jullie verwetenschappelijkten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verwetenschappelijken with some of the pronouns.
- Ik heb verwetenschappelijkt.
- Jij hebt verwetenschappelijkt.
- Hij/Zij/Het heeft verwetenschappelijkt.
- Wij hebben verwetenschappelijkt.
- Jullie hebben verwetenschappelijkt.