verwrikken

Conjugations List of Verwrikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverwrikverwrikteheb verwrikt
jij, je, uverwriktverwriktehebt verwrikt
hij, zij, hetverwriktverwrikteheeft verwrikt
wijverwrikkenverwriktenhebben verwrikt
jullieverwrikkenverwriktenhebben verwrikt
zij, zeverwrikkenverwriktenhebben verwrikt

Presens

Example presens sentences for Verwrikken with some of the pronouns.

  • Ik verwrik mijn enkel tijdens het sporten.
  • Jij verwrikt je pols bij het tillen van zware voorwerpen.
  • Hij verwrikt zijn rug tijdens het bukken.
  • Zij verwrikken hun knieĆ«n tijdens het dansen.
  • Wij verwrikken onze schouders tijdens het zwemmen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verwrikken with some of the pronouns.

  • Ik verwrikte mijn enkel tijdens het sporten.
  • Jij verwrikte je pols bij het tillen van zware voorwerpen.
  • Hij verwrikte zijn rug tijdens het bukken.
  • Zij verwrikten hun knieĆ«n tijdens het dansen.
  • Wij verwrikten onze schouders tijdens het zwemmen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Verwrikken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn enkel verwrikt tijdens het sporten.
  • Jij hebt je pols verwrikt bij het tillen van zware voorwerpen.
  • Hij heeft zijn rug verwrikt tijdens het bukken.
  • Zij hebben hun knieĆ«n verwrikt tijdens het dansen.
  • Wij hebben onze schouders verwrikt tijdens het zwemmen.