verzien
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verzie | verzag | heb verzien |
jij, je, u | verziet | verzag | hebt verzien |
hij, zij, het | verziet | verzag | heeft verzien |
wij | verzien | verzagen | hebben verzien |
jullie | verzien | verzagen | hebben verzien |
zij, ze | verzien | verzagen | hebben verzien |
PresensBeta
Example presens sentences for Verzien with some of the pronouns.
- Ik zie de toekomst rooskleurig in.
- Jij ziet altijd alles aankomen.
- Hij/zij/het ziet het probleem niet.
- Wij zien een verandering op komst.
- Jullie zien de mogelijkheden over het hoofd.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verzien with some of the pronouns.
- Vroeger zag ik altijd de problemen voordat ze zich voordeden.
- Toen jij jonger was, zag je vaak dingen die anderen niet zagen.
- Hij/zij/het zag altijd kansen waar anderen alleen obstakels zagen.
- In die tijd zagen wij de potentie van deze markt nog niet.
- Jullie zagen toen de impact van deze beslissing niet.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verzien with some of the pronouns.
- Ik heb de consequenties van mijn keuze niet voorzien.
- Jij hebt de juiste oplossing al eerder voorzien.
- Hij/zij/het heeft de gevolgen van zijn/haar acties niet kunnen voorzien.
- Wij hebben deze ontwikkelingen niet zien aankomen.
- Jullie hebben dit probleem verkeerd ingeschat en daardoor niet voorzien.