volbrassen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | bras vol | braste vol | heb volgebrast |
| jij, je, u | brast vol | braste vol | hebt volgebrast |
| hij, zij, het | brast vol | braste vol | heeft volgebrast |
| wij | brassen vol | brasten vol | hebben volgebrast |
| jullie | brassen vol | brasten vol | hebben volgebrast |
| zij, ze | brassen vol | brasten vol | hebben volgebrast |
PresensBeta
Example presens sentences for Volbrassen with some of the pronouns.
- Ik volbras een boek voor mijn studie.
- Jij volbrast je taken elke dag.
- Hij volbrast zijn werk met toewijding.
- Zij volbrassen de training met succes.
- Wij volbrassen de opdracht binnen de deadline.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Volbrassen with some of the pronouns.
- Ik volbracht een boek voor mijn studie.
- Jij volbracht je taken elke dag.
- Hij volbracht zijn werk met toewijding.
- Zij volbrachten de training met succes.
- Wij volbrachten de opdracht binnen de deadline.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Volbrassen with some of the pronouns.
- Ik heb het boek volbracht voor mijn studie.
- Jij hebt je taken elke dag volbracht.
- Hij heeft zijn werk met toewijding volbracht.
- Zij hebben de training met succes volbracht.
- Wij hebben de opdracht binnen de deadline volbracht.