volharden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | volhard | volhardde | heb volhard |
jij, je, u | volhardt | volhardde | hebt volhard |
hij, zij, het | volhardt | volhardde | heeft volhard |
wij | volharden | volhardden | hebben volhard |
jullie | volharden | volhardden | hebben volhard |
zij, ze | volharden | volhardden | hebben volhard |
PresensBeta
Example presens sentences for Volharden with some of the pronouns.
- Ik volhard in mijn studie.
- Jij volhardt altijd in je standpunten.
- Hij volhardt in zijn trainingsroutine.
- Wij volharden in onze inspanningen.
- Zij volharden in hun streven naar succes.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Volharden with some of the pronouns.
- Ik volhardde in mijn pogingen om te slagen.
- Jij volhardde vaak in je kritiek.
- Hij volhardde in zijn zoektocht naar antwoorden.
- Wij volhardden in onze trainingen.
- Zij volhardden in hun verzet tegen verandering.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Volharden with some of the pronouns.
- Ik heb volhard in mijn overtuigingen.
- Jij hebt altijd volhard in moeilijke tijden.
- Hij heeft volhard in zijn doelen.
- Wij hebben volhard in onze beslissing.
- Zij hebben volhard in hun principes.