volschrijven

Conjugations List of Volschrijven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschrijf volschreef volheb volgeschreven
jij, je, uschrijft volschreef volhebt volgeschreven
hij, zij, hetschrijft volschreef volheeft volgeschreven
wijschrijven volschreven volhebben volgeschreven
jullieschrijven volschreven volhebben volgeschreven
zij, zeschrijven volschreven volhebben volgeschreven

Presens
Beta

Example presens sentences for Volschrijven with some of the pronouns.

  • Ik schrijf mijn dagboek vol.
  • Jij volschrijft je notitieboekje altijd snel.
  • Hij/zij schrijft brieven vol met mooie woorden.
  • Wij schrijven onze gedachten voluit op papier.
  • Jullie volschrijven de whiteboard met ideeën.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Volschrijven with some of the pronouns.

  • Vroeger schreef ik mijn opstellen vol met verhalen.
  • Toen ik jong was, schreef jij altijd je dromen vol in je dagboek.
  • Hij/zij schreef brieven vol met liefdesverklaringen.
  • Wij schreven vroeger hele brieven vol naar elkaar.
  • Jullie schreven vaak muren vol met teksten als tieners.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Volschrijven with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn schrift volgeschreven.
  • Jij hebt je agenda helemaal volgeschreven.
  • Hij/zij heeft een heel boek volgeschreven.
  • Wij hebben onze aantekeningen volgeschreven tijdens de les.
  • Jullie hebben de muur volgeschreven met graffiti.