voorijlen

Conjugations List of Voorijlen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikijl voorijlde voorheb voorgeijld
jij, je, uijlt voorijlde voorhebt voorgeijld
hij, zij, hetijlt voorijlde voorheeft voorgeijld
wijijlen voorijlden voorhebben voorgeijld
jullieijlen voorijlden voorhebben voorgeijld
zij, zeijlen voorijlden voorhebben voorgeijld

Presens
Beta

Example presens sentences for Voorijlen with some of the pronouns.

  • Ik ijlt voor op mijn planning.
  • Jij ijlde voor op de rest van de groep.
  • Hij/Zij ijlt voorbij zonder te groeten.
  • Wij ijlen vooruit naar de toekomst.
  • Jullie ijlden voor op de concurrentie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voorijlen with some of the pronouns.

  • Ik ijlde voor op de anderen, maar besefte snel mijn fout.
  • Jij ijlde voorbij zonder iets te zeggen.
  • Hij/Zij ijlde vaak voor in de wedstrijd.
  • Wij ijlde vooruit met onze plannen, maar kwamen uiteindelijk tot inkeer.
  • Jullie ijlde voorbij alsof het niets was.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voorijlen with some of the pronouns.

  • Ik ben voorijlend geweest in mijn beslissingen.
  • Jij bent voorijlend geweest met je reactie.
  • Hij/Zij is voorijlend geweest in zijn/haar oordeel.
  • Wij zijn voorijlend geweest in ons enthousiasme.
  • Jullie zijn voorijlend geweest in jullie conclusies.