voorslaan

Conjugations List of Voorslaan.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksla voorsloeg voorheb voorgeslagen
jij, je, uslaat voorsloeg voorhebt voorgeslagen
hij, zij, hetslaat voorsloeg voorheeft voorgeslagen
wijslaan voorsloegen voorhebben voorgeslagen
jullieslaan voorsloegen voorhebben voorgeslagen
zij, zeslaan voorsloegen voorhebben voorgeslagen

Presens
Beta

Example presens sentences for Voorslaan with some of the pronouns.

  • Ik sla voor dat we een feest organiseren.
  • Jij slaat voor om naar de bioscoop te gaan.
  • Hij/Zij/Het slaat voor om op vakantie te gaan.
  • Wij slaan voor dat we de vergadering verzetten.
  • Jullie slaan voor om een nieuwe strategie te gebruiken.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voorslaan with some of the pronouns.

  • Ik stelde voor om een pauze in te lassen.
  • Jij stelde voor om de presentatie aan te passen.
  • Hij/Zij/Het stelde voor om de les te verplaatsen.
  • Wij stelden voor om het rooster te wijzigen.
  • Jullie stelden voor om een excursie te organiseren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voorslaan with some of the pronouns.

  • Ik heb voorgesteld om een teambuildingactiviteit te organiseren.
  • Jij hebt voorgesteld om een nieuw project te starten.
  • Hij/Zij/Het heeft voorgesteld om de deadline te verlengen.
  • Wij hebben voorgesteld om de kosten te verlagen.
  • Jullie hebben voorgesteld om een enquête uit te voeren.