voortreden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | treed voor | trad voor | ben voorgetreden |
jij, je, u | treedt voor | trad voor | bent voorgetreden |
hij, zij, het | treedt voor | trad voor | is voorgetreden |
wij | treden voor | traden voor | zijn voorgetreden |
jullie | treden voor | traden voor | zijn voorgetreden |
zij, ze | treden voor | traden voor | zijn voorgetreden |
PresensBeta
Example presens sentences for Voortreden with some of the pronouns.
- Ik treed voort in mijn carrière als docent.
- Jij treedt voort als een ware leider.
- Hij treedt voort met volle overtuiging.
- Wij treden voort in de richting van succes.
- Zij treden voort in harmonie met de natuur.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Voortreden with some of the pronouns.
- Ik trad voort tijdens de vergadering.
- Jij trad voort als mijn steun en toeverlaat.
- Hij trad voort met vastberadenheid.
- Wij traden voort door de smalle steegjes.
- Zij traden voort in perfecte harmonie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Voortreden with some of the pronouns.
- Ik ben voortgetreden in mijn professionele ontwikkeling.
- Jij bent voortgetreden als een ervaren spreker.
- Hij is voortgetreden op het pad van verlichting.
- Wij zijn voortgetreden naar de top van de berg.
- Zij zijn voortgetreden in de voetsporen van hun voorouders.