wegkopen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | koop weg | kocht weg | heb weggekocht |
jij, je, u | koopt weg | kocht weg | hebt weggekocht |
hij, zij, het | koopt weg | kocht weg | heeft weggekocht |
wij | kopen weg | kochten weg | hebben weggekocht |
jullie | kopen weg | kochten weg | hebben weggekocht |
zij, ze | kopen weg | kochten weg | hebben weggekocht |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegkopen with some of the pronouns.
- Ik koop de boeken weg.
- Jij koopt het spel weg.
- Hij koopt de auto weg.
- Zij koopt de kleding weg.
- We kopen de voorraad weg.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegkopen with some of the pronouns.
- Ik kocht vroeger altijd boeken weg.
- Jij kocht gisteren het spel weg.
- Hij kocht vorige week de auto weg.
- Zij kocht laatst de kleding weg.
- We kochten vroeger altijd de voorraad weg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegkopen with some of the pronouns.
- Ik heb de boeken weggekocht.
- Jij hebt het spel weggekocht.
- Hij heeft de auto weggekocht.
- Zij heeft de kleding weggekocht.
- We hebben de voorraad weggekocht.