wegmaken

Conjugations List of Wegmaken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmaak wegmaakte wegheb weggemaakt
jij, je, umaakt wegmaakte weghebt weggemaakt
hij, zij, hetmaakt wegmaakte wegheeft weggemaakt
wijmaken wegmaakten weghebben weggemaakt
julliemaken wegmaakten weghebben weggemaakt
zij, zemaken wegmaakten weghebben weggemaakt

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegmaken with some of the pronouns.

  • Ik maak de tafel schoon.
  • Hij maakt zijn bed op.
  • Wij maken een wandeling in het park.
  • Jullie maken de kamer leeg.
  • De kinderen maken hun huiswerk.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegmaken with some of the pronouns.

  • Ik maakte de tafel schoon.
  • Hij maakte zijn bed op.
  • Wij maakten een wandeling in het park.
  • Jullie maakten de kamer leeg.
  • De kinderen maakten hun huiswerk.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegmaken with some of the pronouns.

  • Ik heb de tafel schoongemaakt.
  • Hij heeft zijn bed opgemaakt.
  • Wij hebben een wandeling in het park gemaakt.
  • Jullie hebben de kamer leeggemaakt.
  • De kinderen hebben hun huiswerk gemaakt.