zwelgen

Conjugations List of Zwelgen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzwelgzwolgheb gezwolgen
jij, je, uzwelgtzwolghebt gezwolgen
hij, zij, hetzwelgtzwolgheeft gezwolgen
wijzwelgenzwolgenhebben gezwolgen
julliezwelgenzwolgenhebben gezwolgen
zij, zezwelgenzwolgenhebben gezwolgen

Presens
Beta

Example presens sentences for Zwelgen with some of the pronouns.

  • Ik zwelg in de schoonheid van de natuur.
  • Jij zwelgt altijd in zelfmedelijden.
  • Hij zwelgt in luxe en overvloed.
  • Wij zwelgen in heerlijke gerechten tijdens onze vakantie.
  • Zij zwelgen in hun succes en laten het graag zien.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Zwelgen with some of the pronouns.

  • Ik zwolg vroeger in negatieve gedachten.
  • Jij zwolg regelmatig in melancholieke muziek.
  • Hij zwolg in zijn verdriet na het verlies van zijn huisdier.
  • Wij zwolgden in de overvloed van het feestmaal.
  • Zij zwolgden in de nostalgie van oude fotoalbums.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Zwelgen with some of the pronouns.

  • Ik heb gezwelgd in het geluk van mijn huwelijk.
  • Jij hebt altijd gezwelgd in aandacht en waardering.
  • Hij heeft zichzelf gezwelgd in bitterheid en wrok.
  • Wij hebben gezwelgd in de prachtige zonsondergang.
  • Zij hebben gezwelgd in de overwinning van hun team.