wegraken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | raak weg | raakte weg | ben weggeraakt |
jij, je, u | raakt weg | raakte weg | bent weggeraakt |
hij, zij, het | raakt weg | raakte weg | is weggeraakt |
wij | raken weg | raakten weg | zijn weggeraakt |
jullie | raken weg | raakten weg | zijn weggeraakt |
zij, ze | raken weg | raakten weg | zijn weggeraakt |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegraken with some of the pronouns.
- Ik raak altijd mijn sleutels kwijt.
- Jij raakt vaak in de war tijdens het presenteren.
- Hij raakt snel geïrriteerd als dingen niet volgens plan verlopen.
- Wij raken soms de draad kwijt tijdens een lang gesprek.
- Jullie raken nooit verveeld tijdens deze les.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegraken with some of the pronouns.
- Vroeger raakte ik altijd in paniek voor een presentatie.
- Toen ik jong was, raakte ik vaak verdwaald in de stad.
- Hij raakte gefrustreerd door het gebrek aan vooruitgang.
- Wij raakten verward door de ingewikkelde instructies.
- Jullie raakten enthousiast over het idee van een vakantie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegraken with some of the pronouns.
- Ik ben mijn notities kwijtgeraakt.
- Jij bent vorige week je telefoon kwijtgeraakt.
- Hij is zijn portemonnee op vakantie kwijtgeraakt.
- Wij zijn de weg kwijtgeraakt tijdens onze wandeling.
- Jullie zijn jullie spullen regelmatig kwijtgeraakt.