wegstrepen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | streep weg | streepte weg | heb weggestreept |
jij, je, u | streept weg | streepte weg | hebt weggestreept |
hij, zij, het | streept weg | streepte weg | heeft weggestreept |
wij | strepen weg | streepten weg | hebben weggestreept |
jullie | strepen weg | streepten weg | hebben weggestreept |
zij, ze | strepen weg | streepten weg | hebben weggestreept |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegstrepen with some of the pronouns.
- Ik streep de woorden weg.
- Jij streept de woorden weg.
- Hij/Zij/Het streept de woorden weg.
- Wij strepen de woorden weg.
- Jullie strepen de woorden weg.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegstrepen with some of the pronouns.
- Ik streep de woorden weg.
- Jij streep de woorden weg.
- Hij/Zij/Het streep de woorden weg.
- Wij strepen de woorden weg.
- Jullie strepen de woorden weg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegstrepen with some of the pronouns.
- Ik heb de woorden weggestreept.
- Jij hebt de woorden weggestreept.
- Hij/Zij/Het heeft de woorden weggestreept.
- Wij hebben de woorden weggestreept.
- Jullie hebben de woorden weggestreept.