ontwaarden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ontwaard | ontwaardde | heb ontwaard |
jij, je, u | ontwaardt | ontwaardde | hebt ontwaard |
hij, zij, het | ontwaardt | ontwaardde | heeft ontwaard |
wij | ontwaarden | ontwaardden | hebben ontwaard |
jullie | ontwaarden | ontwaardden | hebben ontwaard |
zij, ze | ontwaarden | ontwaardden | hebben ontwaard |
PresensBeta
Example presens sentences for Ontwaarden with some of the pronouns.
- Ik ontwaard een glimp van hoop in de verte.
- Jij ontwaart de schoonheid van de natuur om je heen.
- Hij/zij/het ontwaardt de waarheid achter de leugens.
- Wij ontwaren een vleugje mysterie in dit verhaal.
- Jullie ontwaren de signalen van verandering in de lucht.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ontwaarden with some of the pronouns.
- Ik ontwaardde een glimp van hoop in de verte.
- Jij ontwaardde de schoonheid van de natuur om je heen.
- Hij/zij/het ontwaardde de waarheid achter de leugens.
- Wij ontwaardden een vleugje mysterie in dit verhaal.
- Jullie ontwaardden de signalen van verandering in de lucht.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ontwaarden with some of the pronouns.
- Ik heb een glimp van hoop ontwaard in de verte.
- Jij hebt de schoonheid van de natuur om je heen ontwaard.
- Hij/zij/het heeft de waarheid achter de leugens ontwaard.
- Wij hebben een vleugje mysterie ontwaard in dit verhaal.
- Jullie hebben de signalen van verandering ontwaard in de lucht.