toepassen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | pas toe | paste toe | heb toegepast |
jij, je, u | past toe | paste toe | hebt toegepast |
hij, zij, het | past toe | paste toe | heeft toegepast |
wij | passen toe | pasten toe | hebben toegepast |
jullie | passen toe | pasten toe | hebben toegepast |
zij, ze | passen toe | pasten toe | hebben toegepast |
PresensBeta
Example presens sentences for Toepassen with some of the pronouns.
- Ik pas de nieuwe technologie toe in mijn werk.
- Jij past je kennis toe tijdens het examen.
- Hij past de strategieën toe om succes te bereiken.
- Wij passen de regels toe in ons dagelijks leven.
- Zij passen de geleerde vaardigheden toe in de praktijk.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toepassen with some of the pronouns.
- Ik paste de nieuwe technologie toe in mijn werk.
- Jij paste je kennis toe tijdens het examen.
- Hij paste de strategieën toe om succes te bereiken.
- Wij pasten de regels toe in ons dagelijks leven.
- Zij pasten de geleerde vaardigheden toe in de praktijk.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toepassen with some of the pronouns.
- Ik heb de nieuwe technologie toegepast in mijn werk.
- Jij hebt je kennis toegepast tijdens het examen.
- Hij heeft de strategieën toegepast om succes te bereiken.
- Wij hebben de regels toegepast in ons dagelijks leven.
- Zij hebben de geleerde vaardigheden toegepast in de praktijk.