wijken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | wijk | week | ben geweken |
jij, je, u | wijkt | week | bent geweken |
hij, zij, het | wijkt | week | is geweken |
wij | wijken | weken | zijn geweken |
jullie | wijken | weken | zijn geweken |
zij, ze | wijken | weken | zijn geweken |
PresensBeta
Example presens sentences for Wijken with some of the pronouns.
- Ik wijk af van de gebruikelijke route.
- Jij wijkt nooit van je principes af.
- Hij wijkt niet af van zijn besluit.
- Zij wijkt altijd af van het standaardprotocol.
- Wij wijken af van de traditionele benadering.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wijken with some of the pronouns.
- Ik week af van de gebruikelijke route.
- Jij week nooit af van je principes.
- Hij week niet af van zijn besluit.
- Zij week altijd af van het standaardprotocol.
- Wij weken af van de traditionele benadering.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wijken with some of the pronouns.
- Ik ben afgeweken van de gebruikelijke route.
- Jij bent nooit afgeweken van je principes.
- Hij is niet afgeweken van zijn besluit.
- Zij is altijd afgeweken van het standaardprotocol.
- Wij zijn afgeweken van de traditionele benadering.