wurgen

Conjugations List of Wurgen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwurgwurgdeheb gewurgd
jij, je, uwurgtwurgdehebt gewurgd
hij, zij, hetwurgtwurgdeheeft gewurgd
wijwurgenwurgdenhebben gewurgd
julliewurgenwurgdenhebben gewurgd
zij, zewurgenwurgdenhebben gewurgd

Presens

Example presens sentences for Wurgen with some of the pronouns.

  • Ik wurg de slang in mijn nachtmerrie.
  • Hij wurgt zijn overtuigingen en volgt een andere weg.
  • Zij wurgen de concurrentie met hun innovatieve producten.
  • We wurgen de stress door regelmatig te ontspannen.
  • Jullie wurgen de levenslust uit het feest met jullie negativiteit.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Wurgen with some of the pronouns.

  • Ik wurgde de slang tijdens mijn nachtmerrie.
  • Hij wurgde zijn overtuigingen en volgde een andere weg.
  • Zij wurgen de concurrentie met hun innovatieve producten.
  • We wurgden de stress door regelmatig te ontspannen.
  • Jullie wurgden de levenslust uit het feest met jullie negativiteit.

Perfectum

Example perfectum sentences for Wurgen with some of the pronouns.

  • Ik heb de slang gewurgd tijdens mijn nachtmerrie.
  • Hij heeft zijn overtuigingen gewurgd en is een andere weg ingeslagen.
  • Zij hebben de concurrentie gewurgd met hun innovatieve producten.
  • We hebben de stress gewurgd door regelmatig te ontspannen.
  • Jullie hebben de levenslust uit het feest gewurgd met jullie negativiteit.