overhellen

Conjugations List of Overhellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhel overhelde overheb overgeheld
jij, je, uhelt overhelde overhebt overgeheld
hij, zij, hethelt overhelde overheeft overgeheld
wijhellen overhelden overhebben overgeheld
julliehellen overhelden overhebben overgeheld
zij, zehellen overhelden overhebben overgeheld

Presens
Beta

Example presens sentences for Overhellen with some of the pronouns.

  • Ik helt over naar de andere kant.
  • Jij helt over naar de andere kant.
  • Hij/zij/het helt over naar de andere kant.
  • Wij hellen over naar de andere kant.
  • Jullie hellen over naar de andere kant.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overhellen with some of the pronouns.

  • Ik helde over naar de andere kant.
  • Jij helde over naar de andere kant.
  • Hij/zij/het helde over naar de andere kant.
  • Wij helden over naar de andere kant.
  • Jullie holden over naar de andere kant.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overhellen with some of the pronouns.

  • Ik ben overgeheld naar de andere kant.
  • Jij bent overgeheld naar de andere kant.
  • Hij/zij/het is overgeheld naar de andere kant.
  • Wij zijn overgeheld naar de andere kant.
  • Jullie zijn overgeheld naar de andere kant.