verslijmen

Conjugations List of Verslijmen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverslijmverslijmdeheb verslijmd
jij, je, uverslijmtverslijmdehebt verslijmd
hij, zij, hetverslijmtverslijmdeheeft verslijmd
wijverslijmenverslijmdenhebben verslijmd
jullieverslijmenverslijmdenhebben verslijmd
zij, zeverslijmenverslijmdenhebben verslijmd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verslijmen with some of the pronouns.

  • Ik verslijm
  • Jij verslijmt
  • Hij/Zij/Het verslijmt
  • Wij verslijmen
  • Jullie verslijmen
  • Zij verslijmen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verslijmen with some of the pronouns.

  • Ik verslijmde
  • Jij verslijmde
  • Hij/Zij/Het verslijmde
  • Wij verslijmden
  • Jullie verslijmden
  • Zij verslijmden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verslijmen with some of the pronouns.

  • Ik heb verslijmd
  • Jij hebt verslijmd
  • Hij/Zij/Het heeft verslijmd
  • Wij hebben verslijmd
  • Jullie hebben verslijmd
  • Zij hebben verslijmd