supprimeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | supprimeer | supprimeerde | heb gesupprimeerd |
jij, je, u | supprimeert | supprimeerde | hebt gesupprimeerd |
hij, zij, het | supprimeert | supprimeerde | heeft gesupprimeerd |
wij | supprimeren | supprimeerden | hebben gesupprimeerd |
jullie | supprimeren | supprimeerden | hebben gesupprimeerd |
zij, ze | supprimeren | supprimeerden | hebben gesupprimeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Supprimeren with some of the pronouns.
- Ik supprimeer de oude bestanden.
- Jij supprimeert de ongewenste e-mails.
- Hij/Zij/Het supprimeert de advertenties.
- Wij supprimeren de verouderde informatie.
- Jullie supprimeren de overbodige documenten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Supprimeren with some of the pronouns.
- Ik supprimeerde de oude bestanden.
- Jij supprimeerde de ongewenste e-mails.
- Hij/Zij/Het supprimeerde de advertenties.
- Wij supprimeerden de verouderde informatie.
- Jullie supprimeerden de overbodige documenten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Supprimeren with some of the pronouns.
- Ik heb de bestanden gesupprimeerd.
- Jij hebt de e-mails gesupprimeerd.
- Hij/Zij/Het heeft de advertenties gesupprimeerd.
- Wij hebben de informatie gesupprimeerd.
- Jullie hebben de documenten gesupprimeerd.