overstaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | oversta | overstond | heb overstaan |
jij, je, u | overstaat | overstond | hebt overstaan |
hij, zij, het | overstaat | overstond | heeft overstaan |
wij | overstaan | overstonden | hebben overstaan |
jullie | overstaan | overstonden | hebben overstaan |
zij, ze | overstaan | overstonden | hebben overstaan |
PresensBeta
Example presens sentences for Overstaan with some of the pronouns.
- Ik sta over mijn beslissing na te denken.
- Jij staat niet open voor nieuwe ideeën.
- Hij staat bekend als een betrouwbare persoon.
- Zij staan erop om de waarheid te vertellen.
- Wij staan achter jouw keuze.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overstaan with some of the pronouns.
- Ik stond te trillen van nervositeit.
- Jij stond altijd klaar om te helpen.
- Hij stond op het punt om op te geven.
- Zij stonden elkaar vroeger naar het leven.
- Wij stonden versteld van zijn prestatie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overstaan with some of the pronouns.
- Ik ben over mijn angst heen gestapt.
- Jij hebt de moeilijkheden overwonnen.
- Hij is met succes over de hindernis gesprongen.
- Zij heeft haar verlies moeten overstaan.
- Wij hebben het probleem samen overleefd.