verbannen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verban | verbande | heb verbannen |
jij, je, u | verbant | verbande | hebt verbannen |
hij, zij, het | verbant | verbande | heeft verbannen |
wij | verbannen | verbanden | hebben verbannen |
jullie | verbannen | verbanden | hebben verbannen |
zij, ze | verbannen | verbanden | hebben verbannen |
Presens
Example presens sentences for Verbannen with some of the pronouns.
- Ik verbannen de slechte herinneringen uit mijn leven.
- Jij verbant alle negatieve energie uit je huis.
- Hij verbant zijn onzekerheid door hard te werken.
- Zij verbannen de verkeerde mensen uit hun vriendenkring.
- Wij verbannen plastic afval zo veel mogelijk.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Verbannen with some of the pronouns.
- Ik verbande de kwade geest met een ritueel.
- Jij verbande al je pijnlijke herinneringen van vroeger.
- Hij verbande zijn angsten tijdens de confrontatie.
- Zij verbande de oude tradities en omarmden een modernere aanpak.
- Wij verbande alle vormen van discriminatie uit onze maatschappij.
Perfectum
Example perfectum sentences for Verbannen with some of the pronouns.
- Ik heb de slechte gewoonte verbannen.
- Jij hebt alle ongewenste gasten verbannen.
- Hij heeft zijn fobie verbannen door exposuretherapie.
- Zij hebben het oude systeem verbannen en een nieuw geïmplementeerd.
- Wij hebben de vervuilende stoffen verbannen uit onze productieprocessen.