versuikeren

Conjugations List of Versuikeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikversuikerversuikerdeben versuikerd
jij, je, uversuikertversuikerdebent versuikerd
hij, zij, hetversuikertversuikerdeis versuikerd
wijversuikerenversuikerdenzijn versuikerd
jullieversuikerenversuikerdenzijn versuikerd
zij, zeversuikerenversuikerdenzijn versuikerd

Presens

Example presens sentences for Versuikeren with some of the pronouns.

  • Ik versuiker
  • Jij versuikert
  • Hij/Zij/Het versuikert
  • Wij versuikeren
  • Jullie versuikeren
  • Zij versuikeren

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Versuikeren with some of the pronouns.

  • Ik versuikerde
  • Jij versuikerde
  • Hij/Zij/Het versuikerde
  • Wij versuikerden
  • Jullie versuikerden
  • Zij versuikerden

Perfectum

Example perfectum sentences for Versuikeren with some of the pronouns.

  • Ik heb versuikerd
  • Jij hebt versuikerd
  • Hij/Zij/Het heeft versuikerd
  • Wij hebben versuikerd
  • Jullie hebben versuikerd
  • Zij hebben versuikerd