toewijden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | wijd toe | wijdde toe | heb toegewijd |
jij, je, u | wijdt toe | wijdde toe | hebt toegewijd |
hij, zij, het | wijdt toe | wijdde toe | heeft toegewijd |
wij | wijden toe | wijdden toe | hebben toegewijd |
jullie | wijden toe | wijdden toe | hebben toegewijd |
zij, ze | wijden toe | wijdden toe | hebben toegewijd |
PresensBeta
Example presens sentences for Toewijden with some of the pronouns.
- Ik wijdt me toe aan mijn studie.
- Jij wijdt je toe aan je carrière.
- Hij/zij/wij/wijden zich toe aan het milieu.
- Jullie wijden je toe aan vrijwilligerswerk.
- Zij wijden zich toe aan de kunsten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toewijden with some of the pronouns.
- Ik wijdde me toe aan mijn studie.
- Jij wijdde je toe aan je carrière.
- Hij/zij/wijdde zich toe aan het milieu.
- Wij wijdden ons toe aan een goed doel.
- Zij wijdden zich toe aan de kunsten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toewijden with some of the pronouns.
- Ik heb me toegewijd aan mijn studie.
- Jij hebt je toegewijd aan je carrière.
- Hij/zij/heeft zich toegewijd aan het milieu.
- Wij hebben ons toegewijd aan een goed doel.
- Zij hebben zich toegewijd aan de kunsten.