stilstaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sta stil | stond stil | heb stilgestaan |
jij, je, u | staat stil | stond stil | hebt stilgestaan |
hij, zij, het | staat stil | stond stil | heeft stilgestaan |
wij | staan stil | stonden stil | hebben stilgestaan |
jullie | staan stil | stonden stil | hebben stilgestaan |
zij, ze | staan stil | stonden stil | hebben stilgestaan |
PresensBeta
Example presens sentences for Stilstaan with some of the pronouns.
- Ik sta stil bij de schoonheid van de natuur.
- Jij blijft altijd stilstaan bij kleine details.
- Hij staat regelmatig stil om na te denken.
- Zij staan stil bij de gevolgen van hun acties.
- Wij blijven stilstaan bij het verleden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Stilstaan with some of the pronouns.
- Ik stond stil toen ik haar zag.
- Jij bleef stilstaan bij die pijnlijke herinnering.
- Hij stond regelmatig stil om te rusten.
- Zij stonden stil bij de betekenis van het schilderij.
- Wij bleven stilstaan bij het mysterie van het universum.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Stilstaan with some of the pronouns.
- Ik ben even stilgestaan om mijn gedachten te ordenen.
- Jij hebt stilgestaan bij de moeilijkheden die je hebt overwonnen.
- Hij is vaak stilgestaan bij zijn beslissingen.
- Zij hebben lang genoeg stilgestaan bij het probleem.
- Wij zijn kort stilgestaan bij de mogelijkheden.