xeroxen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | xerox | xeroxte | heb gexeroxt |
| jij, je, u | xeroxt | xeroxte | hebt gexeroxt |
| hij, zij, het | xeroxt | xeroxte | heeft gexeroxt |
| wij | xeroxen | xeroxten | hebben gexeroxt |
| jullie | xeroxen | xeroxten | hebben gexeroxt |
| zij, ze | xeroxen | xeroxten | hebben gexeroxt |
Presens
Example presens sentences for Xeroxen with some of the pronouns.
- Ik xerox regelmatig documenten voor mijn collega's.
- Jij xeroxet vaak belangrijke papieren.
- Hij xeroxt de krantenartikelen voor zijn onderzoek.
- Zij xeroxen de verslagen van de vergaderingen.
- Wij xeroxen de werkbladen voor onze leerlingen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Xeroxen with some of the pronouns.
- Vroeger xeroxte ik alle stukken met de hand.
- Toen ik student was, xeroxten we onze samenvattingen.
- Hij xeroxte vorig jaar alle facturen voor de belastingaangifte.
- Zij xeroxten elke week de lesmaterialen voor hun cursus.
- Wij xeroxten regelmatig oude foto's voor familieleden.
Perfectum
Example perfectum sentences for Xeroxen with some of the pronouns.
- Ik heb de documenten gexeroxt voor de presentatie.
- Jij hebt de contracten gexeroxt en ondertekend.
- Hij heeft de kopieën gexeroxt en ingevoegd in het rapport.
- Zij hebben de formulieren gexeroxt en verzonden.
- Wij hebben de brieven gexeroxt en verstuurd.