aanbesterven

Conjugations List of Aanbesterven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbesterf aanbestierf aanheb aanbestorven
jij, je, ubesterft aanbestierf aanhebt aanbestorven
hij, zij, hetbesterft aanbestierf aanheeft aanbestorven
wijbesterven aanbestierven aanhebben aanbestorven
julliebesterven aanbestierven aanhebben aanbestorven
zij, zebesterven aanbestierven aanhebben aanbestorven

Presens

Example presens sentences for Aanbesterven with some of the pronouns.

  • Ik sterf aan.
  • Jij sterft aan.
  • Hij/Zij/Het sterft aan.
  • Wij sterven aan.
  • Jullie sterven aan.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Aanbesterven with some of the pronouns.

  • Ik stierf aan.
  • Jij stierf aan.
  • Hij/Zij/Het stierf aan.
  • Wij stierven aan.
  • Jullie stierven aan.

Perfectum

Example perfectum sentences for Aanbesterven with some of the pronouns.

  • Ik ben aanbestorven.
  • Jij bent aanbestorven.
  • Hij/Zij/Het is aanbestorven.
  • Wij zijn aanbestorven.
  • Jullie zijn aanbestorven.