toegroeien
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | groei toe | groeide toe | ben toegegroeid |
jij, je, u | groeit toe | groeide toe | bent toegegroeid |
hij, zij, het | groeit toe | groeide toe | is toegegroeid |
wij | groeien toe | groeiden toe | zijn toegegroeid |
jullie | groeien toe | groeiden toe | zijn toegegroeid |
zij, ze | groeien toe | groeiden toe | zijn toegegroeid |
PresensBeta
Example presens sentences for Toegroeien with some of the pronouns.
- Ik groei toe naar een beter begrip van de situatie.
- Je groeit toe naar een volwassen en verantwoordelijke houding.
- Hij groeit toe naar een leidinggevende functie binnen het bedrijf.
- We groeien toe naar een duurzamere samenleving.
- Jullie groeien toe naar een hoger niveau in jullie sport.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toegroeien with some of the pronouns.
- Ik groeide toe naar een beter begrip van de situatie.
- Je groeide toe naar een volwassen en verantwoordelijke houding.
- Hij groeide toe naar een leidinggevende functie binnen het bedrijf.
- We groeiden toe naar een duurzamere samenleving.
- Jullie groeiden toe naar een hoger niveau in jullie sport.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toegroeien with some of the pronouns.
- Ik ben toegegroeid naar een beter begrip van de situatie.
- Je bent toegegroeid naar een volwassen en verantwoordelijke houding.
- Hij is toegegroeid naar een leidinggevende functie binnen het bedrijf.
- We zijn toegegroeid naar een duurzamere samenleving.
- Jullie zijn toegegroeid naar een hoger niveau in jullie sport.