aansluipen

Conjugations List of Aansluipen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksluip aansloop aanben aangeslopen
jij, je, usluipt aansloop aanbent aangeslopen
hij, zij, hetsluipt aansloop aanis aangeslopen
wijsluipen aanslopen aanzijn aangeslopen
julliesluipen aanslopen aanzijn aangeslopen
zij, zesluipen aanslopen aanzijn aangeslopen

Presens
Beta

Example presens sentences for Aansluipen with some of the pronouns.

  • De kat sluipt achter de muis aan.
  • Ik sluip stilletjes naar binnen.
  • Jij sluipt onopgemerkt langs de deur.
  • Hij sluipt behoedzaam door het donker.
  • Wij sluipen voorzichtig naar buiten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aansluipen with some of the pronouns.

  • Vroeger sloop de kat altijd achter muizen aan.
  • Ik sloop stilletjes naar binnen toen niemand keek.
  • Jij sloop onopgemerkt langs de deur en verraste iedereen.
  • Hij sloop behoedzaam door het donker als een schaduw.
  • Wij slopen voorzichtig naar buiten zonder gezien te worden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aansluipen with some of the pronouns.

  • De kat is achter de muis aangeslopen.
  • Ik ben stilletjes naar binnen aangeslopen.
  • Jij bent onopgemerkt langs de deur aangeslopen.
  • Hij is behoedzaam door het donker aangeslopen.
  • Wij zijn voorzichtig naar buiten aangeslopen.