aanvloeien

Conjugations List of Aanvloeien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvloei aanvloeide aanben aangevloeid
jij, je, uvloeit aanvloeide aanbent aangevloeid
hij, zij, hetvloeit aanvloeide aanis aangevloeid
wijvloeien aanvloeiden aanzijn aangevloeid
jullievloeien aanvloeiden aanzijn aangevloeid
zij, zevloeien aanvloeiden aanzijn aangevloeid

Presens

Example presens sentences for Aanvloeien with some of the pronouns.

  • Het water vloeit aan in de rivier.
  • De ideeĆ«n vloeien aan tijdens de brainstormsessie.
  • De woorden vloeien aan terwijl ik schrijf.
  • Gedachten vloeien aan als ik naar muziek luister.
  • De inspiratie vloeit aan bij het schilderen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Aanvloeien with some of the pronouns.

  • Het water vloeide aan in de rivier.
  • De ideeĆ«n vloeiden aan tijdens de brainstormsessie.
  • De woorden vloeiden aan terwijl ik schreef.
  • Gedachten vloeiden aan toen ik naar muziek luisterde.
  • De inspiratie vloeide aan bij het schilderen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Aanvloeien with some of the pronouns.

  • Het water is aangevloeid in de rivier.
  • De ideeĆ«n zijn aangevloeid tijdens de brainstormsessie.
  • De woorden zijn aangevloeid terwijl ik schreef.
  • Gedachten zijn aangevloeid toen ik naar muziek luisterde.
  • De inspiratie is aangevloeid bij het schilderen.