achteraanblijven

Conjugations List of Achteraanblijven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikblijf achteraanbleef achteraanben achteraangebleven
jij, je, ublijft achteraanbleef achteraanbent achteraangebleven
hij, zij, hetblijft achteraanbleef achteraanis achteraangebleven
wijblijven achteraanbleven achteraanzijn achteraangebleven
jullieblijven achteraanbleven achteraanzijn achteraangebleven
zij, zeblijven achteraanbleven achteraanzijn achteraangebleven

Presens
Beta

Example presens sentences for Achteraanblijven with some of the pronouns.

  • Ik blijf achteraan bij de groep.
  • Jij blijft achteraan tijdens de race.
  • Hij/Zij blijft altijd achteraan in de klas.
  • Wij blijven achteraan in de file staan.
  • Jullie blijven achteraan in de rij wachten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Achteraanblijven with some of the pronouns.

  • Ik bleef achteraan tijdens de presentatie.
  • Jij bleef altijd achteraan in de klas zitten.
  • Hij/Zij bleef achteraan in de race.
  • Wij bleven achteraan in de bus.
  • Jullie bleven achteraan in de trein.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Achteraanblijven with some of the pronouns.

  • Ik ben achteraan gebleven tijdens de excursie.
  • Jij bent achteraan gebleven in de wedstrijd.
  • Hij/Zij is altijd achteraan gebleven in de rankings.
  • Wij zijn achteraan gebleven in het theater.
  • Jullie zijn achteraan gebleven in het museum.