achteraanzitten

Conjugations List of Achteraanzitten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzit achteraanzat achteraanheb achteraangezeten
jij, je, uzit achteraanzat achteraanhebt achteraangezeten
hij, zij, hetzit achteraanzat achteraanheeft achteraangezeten
wijzitten achteraanzaten achteraanhebben achteraangezeten
julliezitten achteraanzaten achteraanhebben achteraangezeten
zij, zezitten achteraanzaten achteraanhebben achteraangezeten

Presens
Beta

Example presens sentences for Achteraanzitten with some of the pronouns.

  • Ik zit achteraan in de klas.
  • Jij zit altijd achteraanzitten tijdens de les.
  • Hij/zij/het zit vaak achteraanzitten in de auto.
  • Wij zitten achteraan bij het concert.
  • Jullie zitten meestal achteraanzitten op de fiets.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Achteraanzitten with some of the pronouns.

  • Ik zat vroeger altijd achteraanzitten in de klas.
  • Jij zat gisteren de hele dag achter iets aan.
  • Hij/zij/het zat vroeger vaak achter anderen aan.
  • Wij zaten achteraan toen de film begon.
  • Jullie zaten vorige week achter de bus aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Achteraanzitten with some of the pronouns.

  • Ik heb achteraangezeten tijdens de vergadering.
  • Jij bent achter iemand aangezeten.
  • Hij/zij/het heeft gisterenachteraan gezeten in de rij.
  • Wij hebben recentelijk nog achteraangezeten in het restaurant.
  • Jullie zijn de hele dag achter de dief aangezeten.