afvallen

Conjugations List of Afvallen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikval afviel afheb afgevallen
jij, je, uvalt afviel afhebt afgevallen
hij, zij, hetvalt afviel afheeft afgevallen
wijvallen afvielen afhebben afgevallen
jullievallen afvielen afhebben afgevallen
zij, zevallen afvielen afhebben afgevallen

Presens
Beta

Example presens sentences for Afvallen with some of the pronouns.

  • Ik val af door regelmatig te sporten.
  • Hij valt af door een gezond dieet te volgen.
  • Zij vallen af door minder suiker te eten.
  • We vallen af omdat we veel water drinken.
  • Jullie vallen af door dagelijks te wandelen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afvallen with some of the pronouns.

  • Ik viel af toen ik nog elke dag naar de sportschool ging.
  • Hij viel af terwijl hij verschillende diëten probeerde.
  • Zij vielen af door veel te bewegen en te sporten.
  • We vielen af nadat we gestopt waren met frisdrank drinken.
  • Jullie vielen af tijdens het volgen van een afslankprogramma.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afvallen with some of the pronouns.

  • Ik ben afgevallen na drie maanden intensief trainen.
  • Hij is afgevallen dankzij een strikt dieet.
  • Zij zijn afgevallen door gezonde maaltijden te bereiden.
  • We zijn afgevallen na het verminderen van onze portiegrootte.
  • Jullie zijn afgevallen na het beperken van snoep en snacks.