aquarelleren

Conjugations List of Aquarelleren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikaquarelleeraquarelleerdeheb geaquarelleerd
jij, je, uaquarelleertaquarelleerdehebt geaquarelleerd
hij, zij, hetaquarelleertaquarelleerdeheeft geaquarelleerd
wijaquarellerenaquarelleerdenhebben geaquarelleerd
jullieaquarellerenaquarelleerdenhebben geaquarelleerd
zij, zeaquarellerenaquarelleerdenhebben geaquarelleerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Aquarelleren with some of the pronouns.

  • Ik aquarelleer vaak in mijn vrije tijd.
  • Jij aquarelleert prachtige landschappen.
  • Hij/zij aquarelleert met veel precisie.
  • Wij aquarelleren samen op zondagochtend.
  • Jullie aquarelleren graag bloemen en planten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aquarelleren with some of the pronouns.

  • Vroeger aquarelleerde ik regelmatig.
  • Toen ik jong was, aquarelleerde ik graag dieren.
  • Hij/zij aquarelleerde altijd in de avonduren.
  • Wij aquarelleerden samen tijdens onze vakanties.
  • Jullie aquarelleerden vaak bij de rivier.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aquarelleren with some of the pronouns.

  • Ik heb vorige week een aquarel gemaakt.
  • Jij hebt al meerdere keren aquarellen gemaakt.
  • Hij/zij heeft een aquarel van een boot geschilderd.
  • Wij hebben de afgelopen maand veel aquarellen verkocht.
  • Jullie hebben mooie aquarellen tentoongesteld.