wegklikken

Conjugations List of Wegklikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikklik wegklikte wegheb weggeklikt
jij, je, uklikt wegklikte weghebt weggeklikt
hij, zij, hetklikt wegklikte wegheeft weggeklikt
wijklikken wegklikten weghebben weggeklikt
jullieklikken wegklikten weghebben weggeklikt
zij, zeklikken wegklikten weghebben weggeklikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegklikken with some of the pronouns.

  • Ik klik de pop-up weg.
  • Jij klikt de advertentie weg.
  • Hij klikt het venster weg.
  • Zij klikt de melding weg.
  • We klikken de banner weg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegklikken with some of the pronouns.

  • Vroeger klikte ik altijd snel de reclames weg.
  • Toen jij binnenkwam, klikte ik het venster weg.
  • Gisteren klikte hij de storende pop-up weg.
  • Vorige week klikte zij de melding direct weg.
  • In die tijd klikten we vaak banners weg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegklikken with some of the pronouns.

  • Ik heb de irritante advertentie weggeklikt.
  • Jij hebt de pop-up weggeklikt.
  • Hij heeft het venster weggeklikt.
  • Zij heeft de melding weggeklikt.
  • We hebben de banner weggeklikt.