scannen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | scan | scande | heb gescand |
jij, je, u | scant | scande | hebt gescand |
hij, zij, het | scant | scande | heeft gescand |
wij | scannen | scanden | hebben gescand |
jullie | scannen | scanden | hebben gescand |
zij, ze | scannen | scanden | hebben gescand |
PresensBeta
Example presens sentences for Scannen with some of the pronouns.
- Ik scan de documenten voor je.
- Hij scant de streepjescode met zijn smartphone.
- Wij scannen de bonnetjes om ze digitaal op te slaan.
- Jullie scannen de boeken in de bibliotheek.
- De machine scannt de pakketten automatisch.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Scannen with some of the pronouns.
- Vroeger scanden we de foto's met een ouderwetse scanner.
- Toen ik jong was, scanden we de krantenartikelen om ze te bewaren.
- Elke dag scanden we de tickets van de bezoekers bij de ingang.
- In die tijd scanden we de documenten handmatig, zonder automatische machines.
- Als kind scanden we onze tekeningen in om ze op de computer te kunnen bekijken.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Scannen with some of the pronouns.
- Ik heb de foto's gescand en op mijn computer opgeslagen.
- Hij heeft de belangrijke documenten gescand en naar de klant gestuurd.
- Wij hebben de oude dia's laten scannen bij een professioneel bedrijf.
- Jullie hebben de barcodes gescand en de voorraad gecontroleerd.
- De medewerker heeft alle papieren gescand en in het digitale archief gezet.