bearbeiden
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | bearbeid | bearbeidde | heb bearbeid |
| jij, je, u | bearbeidt | bearbeidde | hebt bearbeid |
| hij, zij, het | bearbeidt | bearbeidde | heeft bearbeid |
| wij | bearbeiden | bearbeidden | hebben bearbeid |
| jullie | bearbeiden | bearbeidden | hebben bearbeid |
| zij, ze | bearbeiden | bearbeidden | hebben bearbeid |
PresensBeta
Example presens sentences for Bearbeiden with some of the pronouns.
- Ik bewerk documenten voor mijn collega's.
- Jij bewerkt de foto's op je computer.
- Hij/Zij bewerkt video's voor een productiebedrijf.
- Wij bewerken de teksten voor onze website.
- Jullie bewerken de presentatie voor de vergadering.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bearbeiden with some of the pronouns.
- Ik bewerkte documenten voor mijn collega's.
- Jij bewerkte de foto's op je computer.
- Hij/Zij bewerkte video's voor een productiebedrijf.
- Wij bewerkten de teksten voor onze website.
- Jullie bewerkten de presentatie voor de vergadering.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bearbeiden with some of the pronouns.
- Ik heb documenten bewerkt voor mijn collega's.
- Jij hebt de foto's op je computer bewerkt.
- Hij/Zij heeft video's bewerkt voor een productiebedrijf.
- Wij hebben de teksten voor onze website bewerkt.
- Jullie hebben de presentatie voor de vergadering bewerkt.