bijstellen

Conjugations List of Bijstellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstel bijstelde bijheb bijgesteld
jij, je, ustelt bijstelde bijhebt bijgesteld
hij, zij, hetstelt bijstelde bijheeft bijgesteld
wijstellen bijstelden bijhebben bijgesteld
julliestellen bijstelden bijhebben bijgesteld
zij, zestellen bijstelden bijhebben bijgesteld

Presens
Beta

Example presens sentences for Bijstellen with some of the pronouns.

  • Ik stel mijn doelen bij voor de komende maand.
  • Hij stelt zijn mening bij na het lezen van het artikel.
  • Zij stelt haar verwachtingen bij na het horen van het nieuws.
  • We stellen de planning bij om meer tijd vrij te maken.
  • Jullie stellen de strategie bij om betere resultaten te behalen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bijstellen with some of the pronouns.

  • Ik stelde mijn verwachtingen bij toen ik merkte dat het niet ging zoals gepland.
  • Hij stelde zijn prioriteiten bij na het zien van de resultaten.
  • Zij stelde haar beslissing bij nadat ze alle opties had overwogen.
  • We stelden de regels bij om misverstanden te voorkomen.
  • Jullie stelden de eisen bij om aan de nieuwe richtlijnen te voldoen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bijstellen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn plannen bijgesteld na het ontvangen van nieuwe informatie.
  • Hij heeft zijn standpunt bijgesteld na een uitgebreide discussie.
  • Zij heeft haar doelen bijgesteld na het behalen van succes.
  • We hebben de afspraken bijgesteld om tegemoet te komen aan nieuwe omstandigheden.
  • Jullie hebben de werkwijze bijgesteld om efficiĆ«nter te kunnen werken.