uitzoeken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zoek uit | zocht uit | heb uitgezocht |
jij, je, u | zoekt uit | zocht uit | hebt uitgezocht |
hij, zij, het | zoekt uit | zocht uit | heeft uitgezocht |
wij | zoeken uit | zochten uit | hebben uitgezocht |
jullie | zoeken uit | zochten uit | hebben uitgezocht |
zij, ze | zoeken uit | zochten uit | hebben uitgezocht |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitzoeken with some of the pronouns.
- Ik zoek de juiste oplossing uit.
- Jij zoekt een cadeau uit voor je vriendin.
- Hij/zij zoekt informatie uit over dat onderwerp.
- Wij zoeken een hotel uit voor onze vakantie.
- Zij zoeken nieuwe medewerkers uit voor het bedrijf.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitzoeken with some of the pronouns.
- Vroeger zocht ik altijd alles uit voordat ik een beslissing nam.
- Toen jij de vraag stelde, zochten we meteen het antwoord uit.
- Hij/zij zocht vaak naar nieuwe manieren om dingen uit te zoeken.
- In die tijd zochten wij uit welke route het snelst was.
- Vorig jaar zochten ze naar een betere oplossing voor het probleem.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitzoeken with some of the pronouns.
- Ik heb de beste optie uitgezocht.
- Jij hebt de fout snel uitgezocht.
- Hij/zij heeft het probleem grondig uitgezocht.
- Wij hebben een geschikt cadeau uitgezocht.
- Zij hebben alle mogelijkheden zorgvuldig uitgezocht.