bekaden

Conjugations List of Bekaden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbekaadbekaaddeheb bekaad
jij, je, ubekaadtbekaaddehebt bekaad
hij, zij, hetbekaadtbekaaddeheeft bekaad
wijbekadenbekaaddenhebben bekaad
julliebekadenbekaaddenhebben bekaad
zij, zebekadenbekaaddenhebben bekaad

Presens
Beta

Example presens sentences for Bekaden with some of the pronouns.

  • Ik beklaag mijn buurman voor zijn verlies.
  • Jij beklaagt je altijd over het weer.
  • Hij beklaagt zich bij de manager over zijn werkomstandigheden.
  • Wij beklagen de slechte service in dit restaurant.
  • Zij beklagen de hoge prijzen van de producten.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bekaden with some of the pronouns.

  • Vroeger beklaagde ik me vaak over mijn baan.
  • Toen ik jonger was, beklaagde jij je regelmatig over school.
  • Hij beklaagde zich gisteren nog over de file.
  • Wij beklaagden de verloren tijd tijdens onze vakantie.
  • Zij beklaagden het gebrek aan steun van hun collega's.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bekaden with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn beslissing betreurd.
  • Jij hebt je klacht ingediend bij de klantenservice.
  • Hij heeft spijt gehad van zijn woorden.
  • Wij hebben ons ongenoegen geuit over de gang van zaken.
  • Zij hebben hun teleurstelling laten blijken.