bekeren

Conjugations List of Bekeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbekeerbekeerdeheb bekeerd
jij, je, ubekeertbekeerdehebt bekeerd
hij, zij, hetbekeertbekeerdeheeft bekeerd
wijbekerenbekeerdenhebben bekeerd
julliebekerenbekeerdenhebben bekeerd
zij, zebekerenbekeerdenhebben bekeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Bekeren with some of the pronouns.

  • Ik bekeer me tot het christendom.
  • Hij bekeert zich tot de islam.
  • Zij bekeert zich tot het boeddhisme.
  • Wij bekeren ons tot het jodendom.
  • Jullie bekeren je tot het hindoeïsme.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bekeren with some of the pronouns.

  • Ik bekeerde me tot het christendom.
  • Hij bekeerde zich tot de islam.
  • Zij bekeerde zich tot het boeddhisme.
  • Wij bekeerden ons tot het jodendom.
  • Jullie bekeerden je tot het hindoeïsme.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bekeren with some of the pronouns.

  • Ik ben me tot het christendom bekeerd.
  • Hij is zich tot de islam bekeerd.
  • Zij is zich tot het boeddhisme bekeerd.
  • Wij zijn ons tot het jodendom bekeerd.
  • Jullie zijn je tot het hindoeïsme bekeerd.