bekommeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bekommer | bekommerde | heb bekommerd |
jij, je, u | bekommert | bekommerde | hebt bekommerd |
hij, zij, het | bekommert | bekommerde | heeft bekommerd |
wij | bekommeren | bekommerden | hebben bekommerd |
jullie | bekommeren | bekommerden | hebben bekommerd |
zij, ze | bekommeren | bekommerden | hebben bekommerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Bekommeren with some of the pronouns.
- Ik bekommer me om de gezondheid van mijn familie.
- Jij bekommert je niet genoeg om je studie.
- Hij/zij bekommerd zich altijd om andere mensen.
- Wij bekommeren ons om het milieu.
- Jullie bekommert jullie te veel over kleine dingen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bekommeren with some of the pronouns.
- Ik bekommerde me vroeger meer om wat anderen van me dachten.
- Jij bekommerde je altijd om je uiterlijk.
- Hij/zij bekommerde zich dagelijks om haar zieke moeder.
- Wij bekommerden ons om de arme kinderen in Afrika.
- Jullie bekommerden je zelden om de gevoelens van anderen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bekommeren with some of the pronouns.
- Ik heb me om haar welzijn bekommerd.
- Jij hebt je nooit echt om ons lot bekommerd.
- Hij/zij heeft zich altijd sterk om zijn carrière bekommerd.
- Wij hebben ons om de ouderen in de buurt bekommerd.
- Jullie hebben je te laat om de deadline bekommerd.