bemoedigen

Conjugations List of Bemoedigen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbemoedigbemoedigdeheb bemoedigd
jij, je, ubemoedigtbemoedigdehebt bemoedigd
hij, zij, hetbemoedigtbemoedigdeheeft bemoedigd
wijbemoedigenbemoedigdenhebben bemoedigd
julliebemoedigenbemoedigdenhebben bemoedigd
zij, zebemoedigenbemoedigdenhebben bemoedigd

Presens
Beta

Example presens sentences for Bemoedigen with some of the pronouns.

  • Ik bemoedig mijn studenten om het beste uit zichzelf te halen.
  • Jij bemoedigt je vriendin altijd als ze zich down voelt.
  • Hij bemoedigt zijn team om door te blijven gaan, zelfs in moeilijke tijden.
  • Wij bemoedigen elkaar om onze doelen na te streven.
  • Jullie bemoedigen de kinderen om nieuwe dingen uit te proberen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bemoedigen with some of the pronouns.

  • Ik bemoedigde mijn studenten om het beste uit zichzelf te halen.
  • Jij bemoedigde je vriendin altijd als ze zich down voelde.
  • Hij bemoedigde zijn team om door te blijven gaan, zelfs in moeilijke tijden.
  • Wij bemoedigden elkaar om onze doelen na te streven.
  • Jullie bemoedigden de kinderen om nieuwe dingen uit te proberen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bemoedigen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn studenten aangemoedigd om het beste uit zichzelf te halen.
  • Jij hebt je vriendin altijd aangemoedigd als ze zich down voelde.
  • Hij heeft zijn team aangemoedigd om door te blijven gaan, zelfs in moeilijke tijden.
  • Wij hebben elkaar aangemoedigd om onze doelen na te streven.
  • Jullie hebben de kinderen aangemoedigd om nieuwe dingen uit te proberen.