beramen

Conjugations List of Beramen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikberaamberaamdeheb beraamd
jij, je, uberaamtberaamdehebt beraamd
hij, zij, hetberaamtberaamdeheeft beraamd
wijberamenberaamdenhebben beraamd
jullieberamenberaamdenhebben beraamd
zij, zeberamenberaamdenhebben beraamd

Presens
Beta

Example presens sentences for Beramen with some of the pronouns.

  • Ik beram een plan om de school te verbeteren.
  • Jij beraamt een strategie voor de presentatie.
  • Hij berampt een misdaad tegen de samenleving.
  • Wij beramen een reis naar het buitenland.
  • Zij beramen een samenzwering om de regering omver te werpen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Beramen with some of the pronouns.

  • Ik beraamde een plan om de school te verbeteren.
  • Jij beraamde een strategie voor de presentatie.
  • Hij beraamde een misdaad tegen de samenleving.
  • Wij beraamden een reis naar het buitenland.
  • Zij beraamden een samenzwering om de regering omver te werpen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Beramen with some of the pronouns.

  • Ik heb een plan beraamd om de school te verbeteren.
  • Jij hebt een strategie beraamd voor de presentatie.
  • Hij heeft een misdaad tegen de samenleving berampt.
  • Wij hebben een reis naar het buitenland beraamd.
  • Zij hebben een samenzwering beraamd om de regering omver te werpen.